Aanleiding tot deze cao
Betreft CAO: CAO-UB Deel I - Algemeen, CAO-UB Deel II - Journalistiek
Aanleiding voor de totstandkoming van deze cao vormen de vele nieuwe ontwikkelingen waarmee het uitgeverijbedrijf zich in toenemende mate geconfronteerd ziet.
Ontwikkelingen in de uitgeverijsector
Het uitgeverijbedrijf bevindt zich in een fase van grote verandering. De omslag van print naar andere exploitatievormen is al een aantal jaren gaande. Uitgeverijen zijn continue bezig zich aan te passen aan de onvoorspelbare, snel veranderende omgeving, waarbij gewezen kan worden op ontwikkelingen als digitalisering, marktveranderingen, veranderende businessmodellen, veranderende competenties voor werknemers, veranderende arbeidsverhoudingen. De veranderingen in maatschappij en economie zijn snel en ingrijpend.
Behoefte aan flexibiliteit en keuzemogelijkheden in arbeidsvoorwaarden
Daarnaast bestaat in toenemende behoefte aan flexibiliteit in arbeidsvoorwaarden, zowel bij de werkgever als bij de werknemer. Dat heeft alles te maken met veranderingen in de samenleving. De moderne werknemer heeft meer behoefte aan keuzemogelijkheden en aan flexibiliteit in zijn/haar arbeidsvoorwaardenpakket. Werkgevers hebben de wens om hun werknemers meer op de eigen bedrijfssituatie toegesneden arbeidsvoorwaarden te kunnen aanbieden. Zo is aan zowel werknemers- als aan werkgeverszijde behoefte opgekomen aan meer maatwerk. Een nieuwe cao moest daarvoor de ruimte scheppen.
Gezamenlijke studie mondt uit in nieuwe cao
Dat heeft ertoe geleid dat werkgevers en vakorganisaties in de uitgeverijsector in 2012 met elkaar zijn overeengekomen om een project te starten om één nieuwe cao tot stand te brengen voor de gehele uitgeverijsector. Dat project is uitgemond in de CAO voor het Uitgeverijbedrijf, die voor de eerste keer van kracht werd per 1 juli 2015.
Vormgeving
De beoogde vernieuwing en flexibilisering heeft in de nieuwe cao vorm gekregen in de zgn. Basisbepalingen van de cao (hoofdstukken 1 t/m 9 van de cao), die voor iedereen gelden die onder de cao valt. De nieuwe cao is opvolger van zeven tot dan toe geldende cao's. Maar in het proces van totstandkoming van de nieuwe cao bleek het onvermijdelijk om bepaalde bestaande arbeidsvoorwaarden uit het verleden te handhaven. Dat heeft geleid tot de zgn. Functiegroepbepalingen (hoofdstukken 10 t/m 17 in de cao). De populaties van de oude cao's zijn in de cao-UB hernoemd tot functiegroepen. Bepaalde bestaande arbeidsvoorwaarden uit de oude cao's zijn overgeheveld naar de functiegroepbepalingen. Zoals artikel 1.1.2 van de cao bepaalt, gelden de Basisbepalingen voor iedereen die onder de cao valt en gelden daarbovenop de functiegroepbepalingen, alleen voor de functiegroepen die het betreft.